Oogheelkunde (Oftalmologie): Ziekten en symptomen

campus Sint-Augustinus - route 301

campus Sint-Vincentius - route 61

Je kan bij ons terecht voor de volgende aandoeningen:

Staar (cataract)

Bij staar (ook wel "cataract") vertroebelt de normaal heldere lens vooraan in het oog, net achter de pupil. Naast ouderdomsstaar zijn er nog andere vormen zoals aangeboren staar. Staar ontstaat (of wordt versneld) door ziektes zoals diabetes, nierziekten of bepaalde medicatie zoals cortisone. Klachten zijn: wazig zien, dubbel zien (met één oog), doffer wordende kleuren en/of last krijgen van licht of schitteringen, minder zicht bij schemerlicht, op kortere tijd veel sterkere of zwakker brilglazen nodig hebben. Soms kunnen andere brillenglazen het probleem nog tijdelijk oplossen. Wie nog goed genoeg ziet voor de dagelijkse werkzaamheden, hobby’s enz. hoeft zich (nog) niet te laten behandelen. Wie nog wil autorijden moet voldoen aan de rijgeschiktheidscriteria.

Het gezichtsvermogen gaat echter langzaam achteruit. Eens een (beginnende) staar ontdekt wordt, is een regelmatige oogcontrole aangewezen. Zodra de staar te hinderlijk wordt, kan een staaroperatie je zicht weer herstellen. Wanneer dergelijke operatie moet gebeuren kan je overleggen met jouw behandelend arts.

Glaucoom (hoge oogdruk)

Bij glaucoom is de oogboldruk te groot waardoor de uitlopers van de oogzenuw beschadigd raken en afsterven. Glaucoom geeft geen klachten of symptomen tot in een zeer ver gevorderd stadium. De schade aan het gezichtsveld kan echter niet hersteld worden. Daarom is bij elke volwassene van 45 jaar minstens één maal een oogonderzoek nodig.

Oogproblemen als gevolg van diabetes

Bij slecht geregelde diabetes, vaak in combinatie met hoge bloeddruk, kunnen de fijne bloedvaten van het netvlies aangetast worden: de zgn. diabetische retinopathie. Een preventief onderzoek om het jaar is aan te raden.

Netvliesslijtage (maculadegeneratie)

Netvliesslijtage wordt veroorzaakt door het afsterven van het centrale deel van het netvlies. Het gevolg is een minder scherp en vervormd zicht en in erge gevallen een blinde vlek midden in het gezichtsveld. In sommige maar niet alle gevallen kunnen we verdere achteruitgang van het zicht tegenhouden door een specifieke behandeling met inspuitingen in het oog.

Ooglidaandoeningen
  • Een teveel aan huid in de bovenoogleden (dermatochalasis)

De huid rondom de oogleden is zeer dun en gevoelig voor uitrekking. Door verlies aan elasticiteit kan een 'huidoverschot' ontstaan , die toeneemt met de leeftijd. Vaak is dit esthetisch storend, soms ook functioneel storend. In gevallen met ernstige functionele hinder, kan je een terugbetaling via de ziekteverzekering aanvragen. Een ooglidcorrectie doen we onder plaatselijke verdoving door het teveel aan huid te verwijderen. Het litteken valt weg in de huidplooi.

  • Naar buiten gedraaid onderooglid: ectropion

Door ouderdom kan het onderooglid verslappen waardoor het lager gaat hangen en naar buiten kantelt. Dit veroorzaakt irritatie van het oog, lichtgevoeligheid, roodheid en tranen. Door een operatie onder plaatselijke verdoving kunnen we het ectropion herstellen.

  • Naar binnen gedraaid onderooglid: entropion

Dit kan voorkomen ten gevolge van ouderdom of verlittekening. De wimpers van het ooglid veroorzaken irritatie en beschadigen het hoornvlies. We kunnen een entropion herstellen onder plaatselijke verdoving.