Vrouw wordt verzorgd op de afdeling algemene digestieve en pediatrische heelkunde

BEP (Bleomycine®,Etoposide®, Cisplatinum®)

Je arts heeft je Bleomycine-Etoposide-Cisplatinum (BEP) voorgeschreven in het kader van jouw behandeling

Deze producten worden onderverdeeld bij de klassieke chemotherapie. Chemotherapie werkt in op snel delende cellen. Heel wat cellen in ons lichaam hebben de eigenschap om snel te delen en nieuwe cellen aan te maken (bv. haarcellen, slijmvliescellen, beenmergcellen), ook kankercellen hebben deze eigenschap en zullen dus aangetast worden door de toediening van dit product.

Praktisch

  • Toedieningswijze: Intraveneus (IV) via infuus
  • Interval: 1x/3 weken
  • Het onderstaande schema geeft een overzicht van het verloop van één cyclus van de therapie. Eén cyclus duurt 3 weken (21 dagen) en omvat 1 opname van 7 dagen en 2 dagopnames (dag 8 en dag 15) voor chemotherapie. Dag 1 is altijd de eerste dag van een nieuwe cyclus. De volgende cyclus start in principe drie weken na dag 1, als de bloeduitslagen en je algemene toestand dit toelaten.
  • Opname gedurende 7 dagen:
    • Dag 0 Bloedname + start infuus;
    • Dag 1- dag 5: in de namiddag chemotherapie, nadien infuus verder
    • Dag 6: ontslag in de namiddag

Generieke naam

Merknaam

D 1

D 2

D 3

D 4

D 5

D 6-7

D 8

D 9-14

D 15

D 16-21

 

Toediening

bleomycine

Bleomycine®

 

x

 

 

 

 

x

 

x

 

IV

etoposide

Vepesid®

x

x

x

x

x

 

 

 

 

 

IV

cisplatine

Platinol®

x

x

x

x

x

 

 

 

 

 

IV

 

Co-medicatie

Merknaam

Frequentie per dag

Tijdstip

Toedieningswijze 

Netupitant+palonosetron

Akynzeo ®

1x (dag1)

Minimum 1 uur voor de chemo

tabletvorm

methylprednisolone

Solu-medrol®

1X(dag1-dag5, dag8, dag15)

Voor de chemo

IV

Alizapride hydrochloride

Litican®

1x (dag8, dag15)

Voor de chemo

IV

Aandachtspunten

Bij chemotherapie worden er schadelijke producten via urine, stoelgang en andere lichaamsvochten afgescheiden. Dit kan tot 7 dagen na de behandeling. Gedurende die periode neem je best voorzorgen in acht om accidentele contaminatie van andere personen te vermijden. Zo kan je best al zittend plassen en nadien met gesloten deksel 2x doorspoelen.

Breng steeds je arts op de hoogte van je onderhoudsmedicatie. Ook voedingssupplementen en dergelijke worden best besproken met je arts in verband met mogelijke interacties met jouw kankerbehandeling. Breng tijdens je behandeling de behandelende arts ook op de hoogte van elke wijziging.

Mogelijke nevenwerkingen

Elke behandeling kan nevenwerkingen veroorzaken. De ernst van nevenwerkingen is zeer individueel. Sommige mensen ondervinden weinig hinder, anderen des te meer.

Volgende nevenwerkingen zijn specifiek voor jouw behandeling

Bijwerking ter hoogte van beenmerg

  • Je behandeling kan het beenmerg onderdrukken, waardoor je een tekort krijgt aan rode bloedcellen, witte bloedcellen en/of bloedplaatjes.
  • Een tekort aan rode bloedcellen kan zich voornamelijk uiten in vermoeidheid. In sommige gevallen is hiervoor een bloedtransfusie nodig.
  • Een tekort aan witte bloedcellen heeft een impact op je afweersysteem, wat maakt dat je gevoeliger bent aan mogelijke infecties. Koorts is meestal een symptoom van een infectie. Door een verminderde weerstand kunnen infecties (blaas, luchtwegen, maag, darm,…) voorkomen. Koorts of rillen zijn tekenen die steeds gemeld moeten worden aan je huisarts of behandelende arts en zijn een reden voor een spoedopname.
  • Een tekort aan bloedplaatjes treedt eerder zelden op. Bij een daling van bloedplaatjes kan dit bloedingen veroorzaken. Tekenen waar je op moet letten zijn: een bloedneus, blauwe plekken, tandvleesbloedingen,….  Dit moet steeds dringend gemeld worden. Gebruik van bloedverdunnende medicatie moet steeds besproken worden met je behandelende arts.

Bij aanhoudende bloedingen vragen wij je via de spoed binnen te komen.

Misselijkheid en braken

  • Bepaalde geneesmiddelen werken in op het maagslijmvlies en zullen misselijkheid en/of braken veroorzaken. Bij sommige patiënten kan de misselijkheid of braken van psychologische aard zijn. Een prikkeling van het braakcentrum in de hersenen kan eveneens deze klachten uitlokken. Voorafgaand aan de chemotherapie wordt een combinatie van antibraakmiddelen (Akynzeo ®) en een cortisonederivaat (Solu-medrol®) toegediend om deze effecten zo veel mogelijk te beperken.

Bijwerkingen op de huid, haar, nagels en slijmvlies

  • Bij de meerderheid van de patiënten geeft BEP aanleiding tot volledig haarverlies. 
  • Het mondslijmvlies kan beschadigd worden door je therapie.  Dit kan resulteren in roodheid, zwelling, zweertjes en pijn. Dit noemen we stomatitis of mucositis. Stomatitis kan leiden tot problemen met eten en drinken. Vraag raad aan je arts en/of verpleegkundige.

Bijwerkingen ter hoogte van de nieren:

  • Cisplatinum® kan aanleiding geven tot verminderde nierwerking.  Daarom wordt er voor het starten van de chemotherapie veel vocht toegediend om de nieren te beschermen.  Soms kan hierdoor vochtophoping ontstaan.  Dit wordt opgevolgd tijdens je verblijf aan de hand van je gewicht.  Zo nodig worden vochtafdrijvende middelen toegediend.

Bijwerkingen ter hoogte van de longen:

  • Bleomycine® kan schadelijk zijn voor je longen. Je arts zal daarom voor de start van elke cyclus chemotherapie een longfunctieonderzoek laten uitvoeren.  Hoge zuurstofconcentratie in de ingeademde lucht kan schade ter hoogte van de longen veroorzaken bij mensen die ooit Bleomycine kregen.  Daarom moet bij elke narcose (volledige verdoving) steeds de toediening van een zuurstofrijk gasmengsel vermeden worden.  Je moet steeds de anesthesist hiervan op de hoogte brengen. Je krijgt hiervoor een informatiekaartje mee dat je best in je portefeuille bewaart en toont bij elk ziekenhuisbezoek waarbij je onder narcose moet.  Ook wanneer je een sport beoefent zoals diepzeeduiken of bergbeklimmen moet je dit met je arts bespreken voor de start van de therapie.
  • Het is erg belangrijk dat je stopt met roken. Dit is geen gemakkelijke opdracht.  In het ziekenhuis zijn er mensen aanwezig die speciaal zijn opgeleid om je hierin te begeleiden.  Vraag er gerust naar.

Bijwerkingen ter hoogte van neurologische stelsel

  • Tintelingen (neuropathie) kunnen zich voordoen naarmate je behandeling vordert. Deze tintelingen (of voosheid) komen meestal voor ter hoogte van de vingertoppen en tenen. Dit kan hinderlijk zijn bij het uitvoeren van fijne bewegingen en stappen.

Bijwerkingen ter hoogte van voortplantingsstelsel

  • Fertiliteit en fertiliteitspreservatie: deze behandeling zal leiden tot onvruchtbaarheid.  Daarom zal je voor start therapie, indien gewenst, een fertiliteitspreservatie worden voorgesteld.

Vermoeidheid

  • Bij BEP kan belangrijke vermoeidheid optreden. De oorzaken van deze vermoeidheid kunnen zeer uiteenlopend zijn. De werking van de geneesmiddelen, de afbraak van kankercellen, bloedarmoede, voedingsstatus, emotionele status kunnen allen een impact hebben op het al of niet ontstaan van vermoeidheidsklachten. Vermoeidheid kan zich eveneens uiten als geheugen- en/of concentratieproblemen.

Varia

  • Tot 24u na toediening van Bleomycine® kan je een grieperig gevoel ervaren. Koorts, rillingen, hoofdpijn of spierpijn zijn mogelijke klachten die je kan voelen.
  • Oorproblemen: Cisplatinum® kan aanleiding geven tot gehoorsdaling (voornamelijk verlies van de hoge tonen).  Indien je last hebt van oorsuizen of de indruk hebt dat je minder goed hoort, dien je dit steeds aan je arts te melden zodat er een gehoorstest kan worden afgenomen.
  • De toediening van cortisone kan de bloedsuikerspiegel beïnvloeden. Indien je reeds gekend bent met diabetes, zal dit tijdens de toediening opgevolgd worden.
  • Chemotherapie zorgt ervoor dat de huid gevoeliger wordt aan de zon. Bescherm jezelf voldoende door goede protectie (zonnecreme, sunblock) en vermijd de warme middagzon.

Deze infofiche werd met zorg samengesteld en is zuiver informatief van aard. Aangezien de medische wetenschap zeer snel evolueert, kunnen geen garanties worden geboden m.b.t. de volledigheid van de inhoud van deze infofiche. De informatie in deze infofiche is algemeen van aard en dient te worden begrepen als aanvulling op de specifieke (mondelinge) informatie van de behandelend arts.

De medische praktijk is geen exacte wetenschap, zodat een opsomming van mogelijke complicaties in deze infofiche nooit volledig kan zijn. Door de arts kan geen verbintenis worden aangegaan over het uiteindelijke resultaat van de beschreven behandeling.