IV toediening

Eribuline

Je arts heeft je eribuline (Halaven®) voorgeschreven in het kader van je behandeling.

Dit product wordt onderverdeeld bij de klassieke chemotherapie. Chemotherapie werkt in op snel delende cellen. Heel wat cellen in ons lichaam hebben de eigenschap om snel te delen en nieuwe cellen aan te maken, ook kankercellen hebben deze eigenschap en zullen dus aangetast worden door de toediening van dit product.

Praktisch

  • Intraveneuze toediening (infuustherapie)
  • 3-wekelijks, therapie op Dag 1 en Dag 8
  • Bij chemotherapie worden er schadelijke producten via urine, stoelgang en andere lichaamsvochten afgescheiden. Dit kan tot 7 dagen na de behandeling. Gedurende die periode neem je best voorzorgen in acht om accidentele contaminatie van andere personen te vermijden. Zo kan je best al zittend plassen en nadien met gesloten deksel 2x doorspoelen.

Naam

Dag 1

Dag 2-7

Dag 8

Dag 9-21

Wijze van toediening

Solu Medrol

x

 

x

 

Intraveneus, bolus

Zofsetron (Zofran®)

x

 

x

 

Intraveneus, looptijd 10 minuten bolus

Eribuline (Halaven®)

x

 

x

 

Intraveneus, looptijd 10 minuten

Mogelijke nevenwerkingen

Elke behandeling kan nevenwerkingen veroorzaken. De ernst van nevenwerkingen is zeer individueel. Sommige mensen ondervinden weinig hinder, anderen des te meer.

Breng steeds je arts op de hoogte van je onderhoudsmedicatie. Ook voedingssupplementen en dergelijke worden best besproken met je arts in verband met mogelijke interacties met je kankerbehandeling. Breng tijdens je  behandeling de behandelende arts ook op de hoogte van elke wijziging.

Volgende nevenwerkingen zijn specifiek voor je behandeling: 

  • Je behandeling kan het beenmerg onderdrukken, waardoor je een tekort krijgt aan rode bloedcellen, witte bloedcellen en/of bloedplaatjes. (meestal niet uitgesproken)

    • Een tekort aan rode bloedcellen kan zich voornamelijk uiten in vermoeidheid.
    • Een tekort aan witte bloedcellen heeft een impact op je afweersysteem, wat maakt dat je gevoeliger bent aan mogelijke infecties. Koorts dient daarom steeds opgevolgd te worden door je huisarts of behandelende arts.
    • Een tekort aan bloedplaatjes treedt eerder zelden op. Bij een daling van bloedplaatjes kan dit bloedingen veroorzaken. Tekenen waar je op moet letten zijn: een bloedneus, blauwe plekken, tandvleesbloedingen,…).  Dit moet steeds dringend gemeld worden. Gebruik van bloedverdunnende medicatie moet steeds besproken worden met je behandelende arts.
  • Je behandeling kan haarverlies veroorzaken. Sommige producten werken in op je haarfollikels en zullen het haar beschadigen.
  • Tintelingen (neuropathie) kunnen zich voordoen naarmate je behandeling vordert. Deze tintelingen (of voosheid) komen meestal voor ter hoogte van de vingertoppen en tenen. Dit kan hinderlijk zijn bij het uitvoeren van fijne bewegingen en stappen. 
  • Vermoeidheid kan optreden. Vermoeidheid kan zich eveneens uiten als geheugen- en/of concentratieproblemen.

De combinatie met andere producten of schema’s kunnen nog andere nevenwerkingen veroorzaken dan diegenen die hier beschreven staan. Deze nevenwerkingen vind je terug in de overige informatiefiches.

Deze infofiche werd met zorg samengesteld en is zuiver informatief van aard. Aangezien de medische wetenschap zeer snel evolueert, kunnen geen garanties worden geboden m.b.t. de volledigheid van de inhoud van deze infofiche. De informatie in deze infofiche is algemeen van aard en dient te worden begrepen als aanvulling op de specifieke (mondelinge) informatie van de behandelend arts.

De medische praktijk is geen exacte wetenschap, zodat een opsomming van mogelijke complicaties in deze infofiche nooit volledig kan zijn. Door de arts kan geen verbintenis worden aangegaan over het uiteindelijke resultaat van de beschreven behandeling.