Materniteit campus Sint-Vincentius gooit hoge ogen in rapport bevallingscijfers

De materniteit van campus Sint-Vincentius behaalt opnieuw erg goede cijfers bij de bevallingen van het afgelopen jaar. Dat blijkt uit het jaarverslag van het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE). Met lage percentages op onder andere inleidingen en epidurale verdovingen, deed het in 2018 op veel vlakken beter dan andere Vlaamse ziekenhuizen.

Laagste aantal inleidingen in Vlaanderen

Opvallendst is het laag aantal inleidingen van bevallingen. Waar de trend in Vlaanderen de laatste drie jaar in stijgende lijn gaat (gemiddeld 25%), staat campus Sint-Vincentius met 11,8% op het laagste punt. “Het is dan ook onze bewuste beleidskeuze om zo weinig mogelijk in te grijpen bij een bevalling”, aldus dokter Firas Cha’ban, gynaecoloog. “We willen de natuur zoveel het kan haar werk laten doen. Uiteraard kunnen we altijd ingrijpen wanneer het nodig is.”

Die natuurlijke aanpak resulteert ook op andere vlakken in zeer lage cijfers tegenover het Vlaams gemiddelde. Bijna 65% van de vrouwen in Vlaanderen maakt bij vaginale bevalling gebruik van een epidurale verdoving. Met 32,1% is dit cijfer beduidend lager bij campus Sint-Vincentius. “Qua pijnstilling zetten we binnen de campus in op de keuzevrijheid van de patiënt. Zo kunnen ze kiezen voor epidurale, het gebruik van lachgas Kalinox, een relaxatiebad…”, vervolgt dokter Cha’ban. ”De patiënten krijgen ook de mogelijkheid om onder water te bevallen.”

Materniteit

Sneller herstel door minder episiotomies

Ook in het toepassen van een “knip” (episiotomie) staat campus Sint-Vincentius met 4,9% tegenover 39,7% in groot contrast met andere Vlaamse ziekenhuizen. “Het vermijden van die ‘knip’ zorgt bovendien voor een sneller en comfortabeler herstel voor de moeder na de bevalling”, legt gynaecoloog Cha’ban uit.

Stijgend aantal vaginale stuitbevallingen

Afgelopen jaar werd 23,7% van alle baby’s die op campus Sint-Vincentius in stuitligging ter wereld kwamen, vaginaal geboren. Dat tegenover 9,4% op Vlaams niveau. “In de toekomst wensen we nog meer in te zetten op zoveel mogelijk natuurlijke bevallingen, zowel bij stuitligging als bij patiënten die een keizersnede hadden in de voorgeschiedenis. Die laatste vinden de laatste jaren ook meer hun weg naar campus Sint-Vincentius. We proberen zoveel mogelijk mee te gaan in de wensen van de patiënt omtrent bevallingswijze, een visie die we met al onze gynaecologen delen. Het spreekt voor zich dat de veiligheid voor moeder en kind primeert in het bepalen van het beleid”, besluit dokter Cha’ban.

Baby- en moedervriendelijk ziekenhuis

“De materniteit van campus Sint-Vincentius zet al jaren in op fysiologie, bij alle aspecten van zwangerschap tot en met bevalling en de eerste dagen na de geboorte”, legt hoofdvroedvrouw Sarah Van Vlierberghe uit. Zo was het pionier bij de introductie van het kwaliteitslabel “Babyvriendelijk ziekenhuis (BFHI)” van de WHO in Vlaanderen in 2006. Ook nu nog bezit het Antwerpse ziekenhuis dat label en is er elke vier jaar een nieuwe audit. “De voltallige staf van vroedvrouwen, gynaecologen, kinderartsen en anesthesisten staat volledig achter dit label. We hebben ook een goede samenwerking met zelfstandige vroedvrouwen”, vult Van Vlierberghe aan. “Zij dragen onze visie op het natuurlijk bevallen hoog in het vaandel.”

Ook de kinderartsen zijn mee in het verhaal: “We promoten het onmiddellijk skinnen (huid-op-huid contact) en het kind aan de borst aanleggen meteen na de bevalling”, zegt kinderarts Frederic De Meulder. “Dat zorgt voor een betere moeder-kind relatie en stimulatie van de borstvoeding. Wanneer extra onderzoek van de baby meteen na de geboorte nodig is, zal de kinderarts de baby onderzoeken op de buik van de moeder, liever dan aan de onderzoekstafel.”