Onderzoeken en diagnose: CT-scan (computertomografie)

Wat bij zwangerschap?

Wanneer we gebruikmaken van klassieke röntgenopnames of van een CT-scan wordt het ongeboren kind blootgesteld aan röntgenstralen. Deze röntgenstralen kunnen nadelig zijn voor de snelle ontwikkeling die het embryo en de foetus doormaken. In dat geval stellen we steeds een ander onderzoek voor dat geen gebruik maakt van röntgenstralen of stellen we het onderzoek uit naar een latere datum, afhankelijk van de situatie. Als je (vermoedt dat je) zwanger bent, meld dit dan zeker aan de verpleegkundige of aan de behandelende arts.

Verloop van een CT-scan

Mogelijke nadelige effecten van een contraststof:

Bij sommige CT-onderzoeken dienen we een contrastmiddel toe. Deze stof dient om de röntgenstralen te accentueren en zo grotere contrasten te verkrijgen tussen de verschillende weefsels van het menselijk lichaam. Op deze manier worden bepaalde structuren in het lichaam zichtbaar gemaakt die anders niet zichtbaar zouden zijn. Hoewel deze moderne stoffen veilig zijn en slechts in zeldzame gevallen bijwerkingen geven, dient er in sommige omstandigheden toch met de nodige voorzichtigheid mee omgesprongen te worden.

Mogelijke nadelige effecten kunnen zijn:

Allergische reacties

Een allergische reactie op deze contrastmiddelen kan zich uiten in: niezen, jeuk, huiduitslag, kortademigheid, duizeligheid, enz. als je weet dat je overgevoelig of allergisch bent aan deze middelen, verwittig dan de verpleegkundige of de arts vóór de aanvang van het onderzoek. Heb je een allergische reactie gehad onmiddellijk na het onderzoek, dan krijg je nadat we dit verzorgd hebben een allergiekaartje. Hou dit goed bij en geef dit af vóór elk toekomstig contrastonderzoek.

Effect op de nieren

Contrastmiddelen kunnen in uitzonderlijke gevallen een tijdelijke of blijvende verslechtering van de nierfunctie veroorzaken. Dit komt bijna uitsluitend voor bij bepaalde risicopatiënten. Als één van de volgende situaties bij jou van toepassing is, laat dit dan weten aan je aanvragende arts en de arts of verpleegkundige vóór de aanvang van het onderzoek:

  • Je hebt een verslechterde nierfunctie of een ander probleem met je nieren.
  • Je hebt suikerziekte.
  • Je hebt de ziekte van Kahler of Waldenström.
  • Je gebruikt één van de volgende geneesmiddelen:
    • Metformine (Glucophage©) voor de behandeling van suikerziekte. Deze dienen gestopt de dag voor het onderzoek en mogen pas hervat worden 48 uur na het onderzoek.
    • NSAIDS’s: ontstekingsremmers, meest gebruikte zijn Ibuprofen, Naproxen en Diclofenac.
    • Diuretica (plastabletten)
Jodium en schildklieraandoeningen

Het gebruik van contrastmiddelen heeft een negatief effect op een eventueel toekomstig onderzoek of behandeling met radioactief jodium. Het is daarom belangrijk dat je ook vóór het onderzoek meldt dat je problemen hebt met de schildklier.

Contrastmiddelen en borstvoeding

In principe hoef je de borstvoeding niet te onderbreken wanneer je een radiologisch onderzoek ondergaat waarbij een contraststof wordt toegediend. Er is geen wetenschappelijke evidentie dat dit nadelig zou zijn voor jouw kind. Je kan eventueel 24 uur wachten met borstvoeding geven.

Wat bij claustrofobie?

Het gedeelte van de CT die de beelden maakt is een grote brede ring. De patiënt schuift wel door deze ring , maar dit is veel minder beklemmend dan een volledige gesloten buis. De ring bevindt zich slechts over een beperkt deel van het lichaam. Een CT-onderzoek duurt ook niet zo lang. We hebben intussen ondervonden dat patiënten met claustrofobie een CT-onderzoek meestal goed ervaren.

Uitvoering van een arthrografie

Moet ik mij voorbereiden voor een CT onderzoek?

De voorbereiding is sterk afhankelijk van het orgaan of lichaamsdeel dat we gaan onderzoeken. Op het moment dat je de afspraak maakt informeren we je of je nuchter moet zijn of niet. Hieronder vind je enkele van de meest frequente CT-onderzoeken. Deze lijst is niet sluitend en de realiteit verschilt afhankelijk van de patiënt en de indicatie. Na het onderzoek is het aangeraden om nog dezelfde dag een extra liter water te drinken indien je een intraveneus contrastmiddel hebt gekregen. Dit helpt de nieren het contrastmiddel sneller uit het lichaam te verwijderen.

CT Abdomen (buikholte)

Voor een CT van de buikholte moet je nuchter zijn. Dit wil zeggen dat je vier uur op voorhand niet meer mag eten, roken of drinken. Een glas water voor eventuele medicatie is toegestaan. Je zal op voorhand een aantal bekers met contraststof moeten drinken. Naargelang de te onderzoeken lichaamsregio kan dit één tot twee uur duren. Neem steeds contact op met het secretariaat van de afdeling radiologie om het juiste tijdstip te vernemen wanneer je aanwezig moet zijn. Nadat je de verschillende bekers contraststof hebt gedronken komt een verpleegkundige je halen en word je begeleid naar de CT-zaal. Je krijgt dan mogelijks nog een prikje voor een contrastinfuus in de arm waarna het onderzoek volgt. Dit duurt tussen de tien en de vijftien minuten.

CT Thorax - CT Hersenen

Voor een CT van de thorax en de hersenen kom je tien minuten op voorhand binnen. Je moet nuchter zijn gezien de kans groot is dat we intraveneus contraststof zullen toedienen. Dit betekent dat je vier uur voor het onderzoek niet meer mag eten, roken of drinken. Een glas water voor eventuele medicatie is toegestaan. Je krijgt dan mogelijks nog een prikje voor een contrastinfuus in de arm waarna het onderzoek volgt. Dit duurt tussen de tien en de vijftien minuten.

CT Sinussen - CT Lumbale wervelzuil

Voor een CT van de sinussen en de lumbale werverzuil meld je je ten laatste tien minuten voor het afspraakuur aan. Je hoeft niet nuchter te zijn. Een verpleegkundige komt je halen en begeleidt je naar de CT-zaal. Het onderzoek zelf duurt vijf minuten.

CT Lidmaat (knie, schouder, pols, enkel …)

Voor een CT van een lidmaat meld je je ten laatste tien minuten voor het afspraakuur aan. Je hoeft niet nuchter te zijn. Een verpleegkundige komt je halen en begeleidt je naar de CT-zaal. Het onderzoek zelf duurt vijf minuten. Afhankelijk van je specifiek probleem kan het zijn dat de verwijzende huisarts of specialist een arthro-CT heeft aangevraagd. In dit geval wordt er vlak voor het onderzoek door de radioloog een contraststof in het desbetreffende gewricht gespoten. Het onderzoek zelf duurt tussen de vijf en tien minuten.