Onderzoeken en diagnose: Angiografie

Belangrijke informatie

Voor dit onderzoek gebruiken we röntgenstralen en een contrastmiddel. Wees daarom extra voorzichtig als:

  • Je zwanger bent of het zou kunnen zijn.
  • Je ooit een allergische reactie hebt gehad na toediening van contrastmiddel (niezen, huidknobbeltjes, jeuk, kortademigheid, zwelling van keel, ogen of lippen).
  • Je een verslechterde nierfunctie of een ander probleem met je nieren hebt.
  • Je suikerziekte hebt.
  • Je de ziekte van Kahler of van Waldenström hebt.
  • Je één van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
    • Metformine (Glucophage©) voor de behandeling van suikerziekte. Deze dienen gestopt te worden op de dag voor het onderzoek en mogen pas hervat worden 48 uur na het onderzoek.
    • NSAIDS’s: ontstekingsremmers, meest gebruikte zijn Ibuprofen, Naproxen en Diclofenac.
    • Diuretica (plastabletten) 
    • Bloedverdunners: overleg in dit geval vooraf met je behandelende arts.
  • Je problemen hebt met je schildklier.

Als één van de bovenstaande situaties voor jou van toepassing is, meld dit dan altijd aan je aanvragende arts én de verpleegkundige of de arts vóór de aanvang van het onderzoek.

Anigografie wordt uitgevoerd

Het onderzoek

Voorbereiding op het onderzoek

Je zal minimaal 3 uur op voorhand nuchter moeten blijven. Wanneer het onderzoek in de namiddag plaatsvindt mag je dus op de dag van het onderzoek nog een ontbijt eten. Vindt het onderzoek in de voormiddag plaats, dan mag je eten tot middernacht op de dag voor het onderzoek. Je mag op de dag van het onderzoek enkel wat drinken.

Op de verpleegafdeling krijg je een speciaal hemdje om te dragen en scheren we de liesstreek. Waarschijnlijk krijg je een waakinfuus via een ader in de arm. Hierna word je naar de afdeling radiologie gebracht. In de angiokamer ga je op je rug op de onderzoekstafel liggen.

Verloop van een angiografie?

Een angiografie verloopt als volgt:

  1. We ontsmetten en verdoven de punctieplaats.
  2. We brengen een kleine werkbuis via de liesslagader (of eventueel via de armslagader) in.
  3. De radioloog zoekt specifiek de te onderzoeken bloedvaten op met de katheter, die opgeschoven wordt over een zeer dunne metalen draad (voerdraad). Dit is pijnloos.
  4. Het eigenlijke onderzoek start:
    • via het katheter wordt contrastvloeistof ingespoten;
    • de röntgenfoto’s worden gemaakt.

Bij het inspuiten van het contrastmiddel komen de volgende effecten regelmatig voor: warmtegevoel, vreemde smaak in de mond of keel, soms tijdelijke misselijkheid. Zelden zijn er symptomen die kunnen wijzen op een allergische reactie (roodheid, huidbobbels/zwelling, heesheid, kortademigheid, ...). Ook schadelijke effecten op de nieren komen zelden voor (meestal enkel bij mensen met een vooraf bestaande minder goede nierfunctie). Naargelang het onderzochte gebied kan je ook last hebben van een prikkelend gevoel, lichtflitsen aan één oog of duizeligheid.

Het is belangrijk zo stil mogelijk te blijven liggen en zelfs de adem in te houden of niet te slikken terwijl we de foto’s nemen. Na het onderzoek zal de radioloog de katheter met voerdraad en het werkbuisje verwijderen. De prikplaats wordt vervolgens minstens 10 tot 15 minuten stevig dichtgedrukt. Daarna brengen we je terug naar de verpleegafdeling.

Na het onderzoek

Meestal zijn enkel de verdovingsprik voor het onderzoek en het afdrukken van de lies na het onderzoek onaangenaam. Soms kan de aangeprikte slagader ook nog wat pijnlijk zijn, maar in principe is het onderzoek verder pijnloos. Heb je pijn, dan kan je dit altijd melden aan de onderzoeker. Lang stilliggen tijdens het onderzoek kan voor sommige patiënten oncomfortabel zijn. In zeldzame gevallen kan er een nabloeding in de lies optreden. Daarom zal je vlak na het onderzoek 4 uur plat moeten blijven liggen. Verder vragen wij je:

  • het been aan de aangeprikte kant niet te gebruiken (ook niet te plooien);
  • de buikspieren zo weinig mogelijk aan te spannen (niet overdreven hoesten of niezen, toiletbezoek uitstellen, …)

Na 4 uur platte rust is meestal bedrust tot de volgende ochtend aangewezen. De dag na het onderzoek mag je nog niet zelf autorijden. De eerste 3 dagen na het onderzoek ben je best ook voorzichtig met heffen en tillen. In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen er nog laattijdige allergische reacties of problemen met de nieren optreden. Contacteer in dat geval je behandelende arts.