Wat zijn energiegevers?

Energiegevers herken je hieraan:

  • Je hebt zin in de taak of het contact en beleeft er plezier aan.
  • Je gaat er helemaal in op, bent gefocust en vergeet de tijd.
  • Je voelt je energiek, blij, tevreden en voldaan na het volbrengen van de taak of het contact dat je hebt gehad.

Wil je zelf ontdekken welke zaken jou energie geven?

Ga aan de slag met volgende oefeningen:

1. Oefening: Je energiebalans opmaken
2 Oefening: Energieke relaties
3 Oefening Ja/Nee

Oefening 1: Je energiebalans opmaken

  1. Houd gedurende een week een energie-dagboek bij.
    Markeer in je agenda energiegevende momenten groen. Dit zijn momenten waarop je je energiek, blij en voldaan voelde.
    Markeer energievretende momenten rood. Dit zijn momenten waarop je het idee had dat je batterij leeg liep, je geen voldoening haalde uit wat je deed.
  2. Tel het aantal groene en rode momenten en plaats deze op een denkbeeldige balans.
    Is er balans of neigt deze naar groen of rood?
  3. Ga na of de groene momenten ook de momenten zijn waarop je je talenten inzet.
    Hetzelfde kun je doen met de rode momenten. Klopt het dat dat de momenten zijn waarom je dingen doet waar je niet goed in bent of geen voldoening in ervaart?
  4. Welke energievretende en energiegevende factoren ben je op het spoor gekomen?
    Welke daarvan zou je willen aanpakken?

 

Oefening 2: Energieke relaties

Welke relaties geven je energie en welke niet?

Daar kan je in kiezen! Breng je energiegevende en energievretende relaties in kaart door de volgende 4 stappen te doorlopen:

  1. Maak een lijstje van personen met wie je veel samenwerkt, omgaat of met wie je op een of andere manier te maken hebt in je werk.
  2. Noteer welk effect (het contact met) die persoon op je heeft: energiegevend (+/++), energievretend (-/--) of energieneutraal (*)
  3. Bedenk hoeveel tijd elke persoon per week in je agenda inneemt, hoeveel tijd je met hem of haar doorbrengt. Noteer het geschatte aantal uren of dagen.
  4. Wat valt je op? Wil je bepaalde relaties uitbouwen of verminderen? Hoe ga je dat doen?
Wat zijn je energiegevers_loopbaancentrum_samen-veerkrachtig

Oefening 3: Ja of nee?

Krijg inzicht in de mate waarin je plezier, energie en ruimte ervaart om te doen waar je goed in bent.

  1. Denk na over de stellingen hieronder en beantwoord door ja/nee aan te duiden.
  2. Hoeveel ja’s en hoeveel nee’s heb je aangeduid?
  3. Wat valt op? Heb je veel ja’s, dan is de kans groot dat je plezier beleeft aan je werk. Heb je veel nee’s, dan is het nodig je werk onder de loep te nemen en te kijken waar je aanpassingen kunt doen, zodat je meer plezier en energie gaat ervaren.
Ik heb elke dag de mogelijkheid om te doen waar ik goed in ben. Ja/Nee
Ik heb elke dag de ruimte om mijn werk naar eigen hand te zetten. Ja/Nee
Ik kan in mijn werk mijn talenten benutten. Ja/Nee
Als ik thuis kom van mijn werk voel ik me meestal energiek. Ja/Nee
Op mijn werk ontvang ik geregeld complimenten van collega’s of manager. Ja/Nee
Ik beleef overwegend veel plezier aan mijn werk. Ja/Nee
Als ik doe waar ik goed in ben, merk ik dat ik productiever ben. Ja/Nee
Als ik iets anders wil in mijn werk, pas ik dat zelf aan. Ja/Nee
Mijn gedachten over het werk zijn overwegend positief. Ja/Nee