Soorten hoofd- en halstumoren
Hoofd- en halstumoren zijn een relatief zeldzame vorm van kanker. In 2017 waren er in België 2682 nieuwe gevallen van hoofd-halskanker.
Die tumoren ontstaan meestal in het slijmvlies van de mond, keel en het strottenhoofd. In Europa komen plaveiselcelcarcinomen het meest voor (ongeveer 91 %), gevolgd door sarcomen (2 %) en ten slotte adenocarcinomen, melanomen en niet goed gespecificeerde tumoren (samen 7 %). Naargelang de plaats van de tumor maken we een onderscheid tussen:
- mond-keelholtekanker (orofarynxcarcinoom);
- bovenste-keelholtekanker (nasofarynxcarcinoom);
- onderste-keelholtekanker (hypofarynxcarcinoom);
- strottenhoofdkanker (larynxcarcinoom);
- sinussentumoren.

Symptomen
De meest voorkomende klachten bij diagnose zijn:
- pijn, vooral bij slikken, die soms uitstraalt naar de oren;
- een zweer of knobbel in de mond die niet geneest;
- heesheid die langer dan drie weken aanhoudt;
- ophoesten van bloederige slijmen;
- slikmoeilijkheden en verslikken;
- zwellingen in de hals of keelholte.
Oorzaken
Factoren die een invloed kunnen hebben op het ontstaan van hoofd- en halstumoren zijn:
- roken;
- alcoholgebruik;
- bepaalde virale infecties, zoals het Epstein-Barr-virus voor nasofarynxtumoren en het humaan papillomavirus (HPV) voor orofarynxtumoren;
- erfelijke aanleg.
Onderzoek & diagnose
Bij (een vermoeden van) deze aandoening voeren we een of meerdere onderzoeken uit:
- bloedonderzoek;
- onderzoek onder narcose met biopsiename;
- echografie van de hals met fijne-naald-aspiratiecytologie;
- CT-scan;
- MRI-scan;
- FDG-PET/CT-scan.
Behandeling
De behandeling wordt uitgevoerd door een multidisciplinair team en omvat:
- heelkunde;
- radiotherapie;
- chemoradiatie: tijdens de bestraling wordt de behandeling versterkt door toediening van cytostatica.