Verloskunde, prenatale diagnostiek en Maternal Intensive Care: Onderzoek en diagnose

Campus Sint-Augustinus - Route 12

Campus Sint-Vincentius - Route 73

Campus Sint-Jozef - Gelijkvloers

Onderzoekstechnieken binnen de prenatale diagnostiek

Echografie

 Soms is er een verhoogde kans op een aangeboren afwijking of zijn er tekenen die wijzen op een mogelijk gezondheidsprobleem bij het ongeboren kind. In deze gevallen kan je terecht op de dienst prenatale diagnostiek voor een expertise echografie. Door middel van ultrageluidsgolven (= echografisch onderzoek) kan men de orgaansystemen van het kindje beoordelen. We kunnen het foetale welzijn beoordelen door een doppleronderzoek van de foetale bloeddoorstromingen. Je kan op de dienst prenatale diagnostiek ook terecht voor 3D en 4D echografie. Meer informatie over een echografie.

 

Invasieve diagnostiek/punctie

In het geval van een verhoogde kans op een genetische afwijking (bijvoorbeeld als ouders drager zijn van een genetische afwijking) of een aangeboren afwijking bij je ongeboren kind kunnen we door middel van een punctie weefsel of vocht bekomen voor genetisch onderzoek. Vroeg in de zwangeschap (vanaf 10 weken) wordt er door middel van een vlokkentest (CVS, chorion villus sampling) placentavlokken opgezogen. Op deze vlokken kunnen we genetische testen uitvoeren. Zo kunnen we bijvoorbeeld het syndroom van Down , mucoviscidose, … opsporen. Vanaf de 15de zwangerschapsweek voeren een vruchtwaterpunctie (amniocentese) uit. We kunnen dan op de foetale cellen die zich in het vruchtwater bevinden deze genetische testen uitvoeren. Al deze testen hebben, indien uitgevoerd door een ervaren gynaecoloog, een klein extra risico van 0,5 % op een miskraam. Meer informatie over een invasieve diagnostiek/punctie.

Een consultatie bij een gynaecoloog

Invasieve Prenatale Test

De NIPT is een bloedonderzoek (vanaf de 12de week) waarbij we op zoek gaan naar het DNA van de foetus. In het bloed van elke zwangere vrouw zit er een klein beetje erfelijk materiaal (DNA) van de moederkoek. Dit DNA is bijna altijd hetzelfde als dat van de foetus. Genetische testen zullen nagaan of er aanwijzingen zijn voor het syndroom van Down (trisomie21), Edwards (trisomie13) of Patau (trisomie 18). De gevoeligheid van deze test is 99%. Dit wil zeggen dat de NIPT 99 van de 100 kinderen met het Down syndroom zal opsporen. Een bloedafname heeft geen verhoogde kans op een miskraam. Indien je met 100% zekerheid het syndroom van Down wil uitsluiten dienen we een punctie uit te voeren. Deze test gaat gepaard met een kleine kans op een miskraam.